Na een vrij prettige nachtrust (ik heb wel eens beroerder geslapen tijdens een eerste nacht), zijn we tegen achten opgestaan. Lekker gedoucht en daarna naar de kelder van het kasteel, waar we in de oude keuken ons ontbijtje hebben gegeten. Eenvoudig maar prima!
Vervolgens zijn we naar het stations gereden dat op de grens van Pomponne, Lagny en Thorigny lag, kaartjes gekocht en om 10.02 uur op de trein naar Parijs gestapt. Nog geen half uur later waren we op Gare de l’Est. En toen de metro. Ik had wel een kaart daarvan gedownload, maar we konden er totaal geen wijs uit worden. Het bleek de kaart met de RER-lijnen te zijn in plaats van de metrolijnen. ’t Was in eerste instantie een beetje puzzelen, maar uiteindelijk zijn we meer door geluk dan door wijsheid op de metro gestapt die naar het Ile de la Cité ging, en daar wilden we toevallig ook naartoe. Bij het station hebben we ook maar gelijk de juiste kaart gehaald, want da’s toch wel makkelijk ;-).

We arriveerden niet veel later bij de Boulevard St. Michel en zijn van daaruit naar de Notre Dame gelopen. Daar zijn we aangesloten bij de lange rij mensen om de kerk binnen te komen. Er bleek net een mis te beginnen en we stonden in de kerk vooraan in een rij te wachten tot de pastoor en z’n gevolg naar het altaar waren geschreden. Leuke gelegenheid om te fotograferen ;-).
Daar hebben we vervolgens wat rondgekeken en zijn daarna ook nog een rondje om de kerk heen wezen maken.
Toen gingen we op weg richting Denfert-Rochereau, waar de Catacombes zich zouden moeten bevinden. Onderweg, vlak bij de Sorbonne universiteit, hebben we nog gezellig zitten lunchen. Daarna zijn we via de jardin de Luxembourg verder richting zuiden gelopen, tot we de ingang van de catacombes gevonden hadden. Bleek niet moeilijk te vinden te zijn; de lange rij was van verre al zichtbaar. Aangezien we toch wel graag naar beneden wilden, zijn we toch maar aangesloten. Na zo’n 3 kwartier buiten te hebben staan wachten (gelukkig was het droog en niet te koud weer), waren we aan de beurt om naar binnen te gaan. Eerst gingen we flink dalen, toen een lang gangenstelsel door en uiteindelijk arriveerden we in de catacomben, waar de botten en schedels van ontelbare mensen opgeslagen lagen. Netjes opgestapeld, soms met wat mozaïekachtige figuren. ’t Was erg fascinerend om te zien (en te fotograferen; weliswaar met zeer hoge isowaarden, want uit de hand). Na een wandeling van iets meer dan een uur onder de grond, zagen we het daglicht weer. Op een andere plek kwamen we eruit dan waar we naar binnen waren gegaan, dus we moesten ons weer even oriënteren. Gelukkig liepen we meteen de goede richting op.
Vlak voor we de metro weer in zou duiken, zijn we nog even een terrasje opgedoken en hebben we wat geld gepind want dat vliegt er hier aardig rap doorheen ;-).

Toen we de metro in gingen, besloten we er bij de Montparnasse weer uit te gaan om de wolkenkrabber van dichtbij (en van onderaf; naar boven gaan zagen we niet zo zitten) te bekijken. D’r even omheen gelopen en wat foto’s gemaakt (uiteraard). Daarna weer op de metro en bij Saint Germain des Prés er weer uit. Daar even het kerkje in en via wat straatjes met allerlei kunstgalerieën naar de Seine gelopen. We kwamen tegenover het Louvre uit. Onder langs de Seine gelopen, na ’n tijdje weer naar boven gegaan en bij de Place Saint Michel op zoek gegaan naar iets te eten. Uiteindelijk hebben we wat pizza’s gekocht en zijn die op het plein voor de Notre Dame op gaan eten. En toen hadden we het wel een beetje gehad voor die dag en zijn we met de metro weer naar het station gegaan. We waren ruim op tijd voor de trein, die om 20 uur weer richting Meaux vertrok. Dus iets voor half negen waren we weer in Pomponne en een 10 minuten later zaten we al weer heerlijk na te genieten in onze kamer. Het was een leuke en enerverende dag; morgen graag nog zo eentje…